Roodverschuiving


Zij steekt de kop op (wanneer blauw zich in stilte
terugtrekt, groen steeds geler wordt). Wanneer
ook geel, verslagen, de bühne verlaat, dan
blijft zij alleen, het bloedende meisje – rood

als het dak van de nacht. De wind dolt met haar,

giert door haar vele kieren. Maar zij laat zich
niet ontmoedigen. Kiest een richting. Voorwaarts
dan weer achterwaarts. De wereld in, de wereld

uit. En zolang dit wankele woud een boom is

en een boom en nog een boom, heeft zij
een klus te klaren. Gaat zij. Zolang de maan,

zolang de wolven (zolang ze scherp). Rood

is amper een kleur. Kruipend bloed. Rood
is een klein meisje dat gaat en gaat en gaat.

 

  

Geen opmerkingen: