2008, ISBN 9789079432059
Uitgeverij De Contrabas
Bestel
Philippe Hoorne in Knack: 'De poëzie van Leroy is nu eens donker en verheven, dan weer praterig en speels.' (29-10-08). In een meer uitgebreide recensie: Lucifer… opent met een gedicht als een dronk, in de vorm van een glas wijn. ‘Requiem voor een goudvis (voor Freaky)’ bevat ook zo’n visueel geintje, maar belangrijker is dat Leroy erin slaagt om een goudvis in zijn tuin te begraven in een gedicht, dat uit maar liefst zes delen bestaat, zonder dat het een moment hapert of verveelt. ‘[…] waarom niet / gewoon het lijkje in het toilet doorgespoeld / of achteloos in een kattenmuil geslingerd?’ vraagt hij zich af. Het naïeve jeugdige geloof versus de wijsheid van de wetenschapper is een thema dat vaak terugkeert. De taal is nu eens donker en verheven, dan weer praterig en speels. De lichtheid is verraderlijk, wreedheid ligt voortdurend op de loer. In het gedicht ‘Melk, boter en een bruid voor Satan’ verlaat een man zijn huis om melk en boter te gaan kopen. Snel wordt duidelijk dat we met een neuroot te maken hebben. Als hij geconfronteerd wordt met zijn vrouwelijke medepassagiers, ontpopt hij zich in zijn brein als een sadistische machtswellusteling: ‘Dan tel ik ze: de passagiers op de bus, / ook de vrouwen, vooral de vrouwen, twaalf / vrouwen deze keer. Dat is goed. Twaalf / vrouwen voor twaalf maanden. Deze daar / is januari. Dat moet wel met die huid, // huid van sneeuw en sneeuw uit flessen dat / heet MELK. En dan die BOTERblonde haren. / Ik hou van januari. Januari is mijn maand. // Alles gaat, gaat precies volgens plan.’ Frédéric Leroy is een talentvolle nieuwe Vlaamse dichter.
Willem Thies in Poëzierapport: '[...] Doordat het grondmotief van het ritueel door de hele bundel heen zo sterk is uitgewerkt, vertoont deze een grote samenhang. Daarenboven schrijft Leroy in een eigenzinnige stijl. Zijn gedichten zijn als een bijgewoond ritueel van een cultuur die verwant is, maar waarvan men geen deel uitmaakt: verstaanbaar, maar toch niet vertrouwd, en daardoor spannend. Ze hebben iets duisters. Lucifer en het grote belang (van kleine rituelen) is een overtuigende bundel.' (26-07-08).
Chroom: 'Afstandelijke poëzie, waarin hier en daar religieuze thema's zitten (Satan, de dood van God, Lucifer). "Nee, schroei / je liever aan de withete pagina en spreek / dan pas over wat niet gezegd kan worden." Bevat in ieder geval twee gave liefdesgedichten: 'Amantes sunt amantes' en 'Seizoen''. (06-08).
Savannah Bay's vakantietips: 'Leroy (1974) is een nieuw talent, en schrijft speels, lyrisch en ontroerend. Een ontdekking!'
Bouke Vlierhuis in Meander: 'Definiëren wij onszelf door middel van de rituelen en kunnen wij zonder dus niet bestaan? Wat Leroy betreft zijn we er nog lang niet uit. Hij heeft zoveel lagen in Lucifer en het grote belang (van kleine rituelen) gestopt, dat de keuze uiteindelijk aan de lezer is. Nooit las ik een bundel die zo'n vastomlijnde thematiek behandelt en toch zoveel ruimte biedt.' (17-09-08).
Juryrapport Provinciale Prijs Letterkunde West-Vlaanderen 2007 over het voorontwerp van de bundel: 'Interessante bundel. Kleine plaquette verraadt lyrisch talent. Lichtvoetig maar tegelijk wezenlijk, met misschien wat veel humor. Met deze bundel bereikt de dichter wel de maturiteit die in Gedichten soms nog ontbrak. De modieusheid is aardig teruggedrongen. Hieruit kan een eigen sterk geluid ontstaan. Er zit toekomst in. Opnieuw een afwisselende bundel, met gedichten die licht, helder en elegant geformuleerd zijn. Vooral de prozagedichten van 'Wenteling' charmeren. Mooie beelden, zacht ritme. Pointes kunnen soms sterker. De bundel is hier en daar donkerder van toon dan Gedichten en dat maakt hem ernstiger.' (24-11-07).